Posts

Afbeelding
BOF, DANK, DAG November kruipt naar een einde toe, naar de dag waarop we vorig jaar jouw afscheid vierden. Dat was niet het enige afscheid in die maand. Ruim twee weken eerder was ik voor het laatst in het ziekenhuis, op de Dagbehandeling Oncologie. Jij was daar zeven jaar lang frequent te gast geweest, je had er chemotherapieën gekregen, botversterkende infuusen, bloedtransfusies, controles, kopjes thee, beschuitjes, voetmassages. Je had je er veilig gevoeld, je vond dat je bofte met alle zorg die jou omringde. Nu zou je er niet meer komen. Er was geen behandeling meer mogelijk, het was op.   Jij   was op. Dat wisten we sinds kort, en dus hadden we nog een laatste afspraak gemaakt. We wilden dag zeggen, en dank je wel. Jij zou mee, maar dat lukte niet meer. Dus ging ik alleen, met een cadeautje.     Het was einde middag, ze zaten al klaar rondom de tafel in hun personeelskamer, de verpleegkundigen die jou goed kenden. Op het whiteboard dat er hing had iemand met een...
Afbeelding
NOG EVEN   Hoi!’, zegt Lola, en ze kijkt me aan. ‘Hoe is het?’.  ‘Niet zo goed’, zeg ik.  ‘Wat rot’, zegt Lola. Ze hangt haar jas aan de kapstok.  In jouw laatste weken deel ik mijn zorgmantel met haar en veel anderen. Ik vind dat niet makkelijk, ik wil alles (alles,alles!) voor je doen. Maar dat kan niet meer. Naast vrienden, buren en medewerkers van het thuishospice, zijn er inmiddels wijkverpleegkundigen die twee keer per dag komen. Eén van die wijkverpleegkundigen is Lola.  In al haar jeugdigheid – ze is begin twintig - fietst ze de wijk door om te zorgen voor mensen bij wie de dood regelmatig al op de rand van het bed zit. Ze is daar niet door geïmponeerd, ze treedt alles wat er is met kalmte en vriendelijkheid tegemoet. Ze maakt de dingen niet zwaarder dan ze zijn en ook niet lichter: ze neemt jouw klachten en ongemakken serieus en doet er alles aan om ze te verlichten. Haar aandacht en belangstelling voor jou is oprecht en ze geeft ons het gevoel da...
Afbeelding
FLAT WHITE Het is druk op het Centraal Station, ik wacht op mijn nichtje en neefje. Zestien en elf zijn ze, ze komen logeren. Tante zijn, het is een van de dingen die me wat kleur op de wangen geeft. Van uitbundige blossen is voorlopig nog geen sprake, maar toch: dit is al heel wat in een tijd waarin ik vaak wat witjes om mijn neus zie. Mijn nichtje appt: vertraging, het wordt een kwartiertje later. Ik besluit koffie te gaan halen.  In de Starbucks sluit ik aan in een rijtje, bijna iedereen om me heen praat Engels, her en der zitten mensen aan tafeltjes met laptops en koptelefoons.  ‘Zeg het maar’. De jongen achter de toonbank heeft een snor, zijn nagels zijn gelakt in paars, blauw, lichtgroen. ‘Een flat white graag’, zeg ik, ‘een kleine’.  ‘Welke naam mag ik opschrijven?’, vraagt de jongen.  Ik geef antwoord.  ‘Hoe schrijf je dat? Met één M?’ ‘Nee’, zeg ik. ‘Met dubbel M. En een Griekse Y’.  Terwijl ik wacht vraag ik me af waarom ik zojuist deed wat ik dee...
Afbeelding
PARKEREN Jouw sterfdag komt dichterbij, over een maand is het zover. Jij bent er altijd en deze dagen ben je er nog meer. Jij, en allerlei beelden van wat er allemaal speelde in die laatste weken. Sommige van die beelden wringen en doen zeer. Ze staan in mijn emotionele parkeergarage. Het is daar vrij druk.   Over parkeren gesproken: vorig jaar rond deze tijd hadden we een gesprek met een keuringsarts. Die moest beoordelen of jij recht had op een gehandicapten parkeerkaart. Zo was het toen: het ging slecht met jou, heel slecht, toch hadden wij niet het idee dat het zinloos was om zoiets nog te regelen. De blinde vlek van twee vrouwen die zo graag nog even door willen, ritjes maken door een steeds kleiner leven, en dan de auto makkelijk ergens kwijt kunnen.    We zagen de arts online, achter haar gezicht op het scherm was een grijze kantoorkast te zien, en een kalender met een berglandschap. Ze was er snel uit, jij kreeg die kaart.  De pasfoto hadden we al, die w...
Afbeelding
MORNING HAS BROKEN Er is iets veranderd in mijn ochtenden. Ze zijn langer tegenwoordig. Dat komt omdat ik nogal vroeg wakker word deze dagen, vroeger dan voorheen. Al ver voordat de wekker gaat en ruim voordat de zon opkomt stap ik mijn bed uit, loop naar de keuken en zet een kopje koffie. Daarmee loop ik terug naar de slaapkamer., en dan kruip ik er nog even in. Het gordijn heb ik een beetje open gedaan, zodat ik het langzaam licht zie worden tussen de takken van de bomen door. Ik drink mijn koffietje, ik luister naar muziek. Ik krijg berichtjes van vrienden die vragen of ik goed geslapen heb. Ik app dat ik goed geslapen heb. Ik heb lieve vrienden. Wat de dag gaat brengen, vragen ze. Ik denk aan wat de dag gaat brengen. Meestal is dat aardig wat, ik doe mijn best. Ik trek het dekbed nog even over me heen. Vorig jaar om deze tijd maakte ik ‘s ochtends altijd een bakje havermout voor jou. Ik had het na lang oefenen eindelijk onder de knie: een laagje melk net boven de havermout uit late...
Afbeelding
P(L)IJNVREES Ik was op een borrel, met hapjes en statafels en ook een paar oude bekenden, van wie er een naar me toe kwam, me hartelijk begroette en vroeg hoe het met me ging. Nog voordat ik antwoord kon geven, voegde hij er haastig aan toe: ‘o nee, sorry, wat moet je daar nou op zeggen. Of ik bedoel, nou ja, je hebt hier misschien helemaal geen zin in’. Ik voelde zijn oprechtheid door de ongemakkelijk struikelende zinnen heen.  ‘Op dit moment gaat het redelijk’, zei ik.  De oude bekende knikte, en toen nam hij een slok van zijn witte wijn en een hand borrelnootjes uit een bakje op de statafel waar hij tegenaan leunde.    Ik snapte dat wel, van die borrelnootjes. Niet alleen omdat ze erg lekker waren, maar ook omdat het nou eenmaal lastig is om je houding te bepalen. In alles, bedoel ik, het hele ding: het verdriet van iemand, wat te vragen, hoe te reageren op het antwoord, en dat dan ook nog op een borrel. Ik geef het je te doen. Mijn lief is doodgegaan. Hoe gaat he...
Afbeelding
HIEP HIEP HOERAAR Ik was gisteren jarig zonder jou, dat was voor het eerst. Voor ons waren verjaardagen altijd een big deal, we hingen slingers op en kochten rozen voor elkaar. Nu is alles raar en weet ik niet zo goed wat er te vieren valt.   Dit is hoe het ging: ik kreeg een ontbijt, er appten en belden de hele dag mensen, er waaiden buren aan, er waren bloemen en cadeaus. ‘s Avonds bestelden we Thais, we zaten met z’n achten rond de tafel, mijn broer bracht een grote bos rozen mee, iedereen was lief, ik hoefde niks op te ruimen. E igenlijk zaten we met z’n negenen aan tafel, want van mij waren er twee versies: eentje die genoot van alle liefde die er wél was, van de verhalen, het gelach, de handen op elkaars schouders, de warmte, de chaos in de keuken, de armen vol met meegebrachte lekkernijen: een Italiaanse Ripasso en taart, zelfgebakken en feestelijk gedecoreerd met halve aardbeien die de cijfers van mijn leeftijd vormden.  De andere versie voelde zich vreemd, losgescheur...