BOF, DANK, DAG
November kruipt naar een einde toe, naar de dag waarop we vorig jaar jouw afscheid vierden. Dat was niet het enige afscheid in die maand. Ruim twee weken eerder was ik voor het laatst in het ziekenhuis, op de Dagbehandeling Oncologie. Jij was daar zeven jaar lang frequent te gast geweest, je had er chemotherapieën gekregen, botversterkende infuusen, bloedtransfusies, controles, kopjes thee, beschuitjes, voetmassages. Je had je er veilig gevoeld, je vond dat je bofte met alle zorg die jou omringde. Nu zou je er niet meer komen. Er was geen behandeling meer mogelijk, het was op. Jij was op. Dat wisten we sinds kort, en dus hadden we nog een laatste afspraak gemaakt. We wilden dag zeggen, en dank je wel. Jij zou mee, maar dat lukte niet meer. Dus ging ik alleen, met een cadeautje.
Het was einde middag, ze zaten al klaar rondom de tafel in hun personeelskamer, de verpleegkundigen die jou goed kenden. Op het whiteboard dat er hing had iemand met een groene stift jouw naam geschreven, en dat je afscheid kwam nemen. Ik had, terwijl ik het ziekenhuis binnenliep, bedacht dat ik jou er met FaceTime bij kon halen, en dat deed ik. Jij ging van hand tot hand, je praatte via het scherm nog even met iedereen, het was zacht, het was mooi, het was na een paar minuten genoeg voor jou, toen je weg was werd het even stil. Daarna praatten we nog wat: over jou, over dat het mooi was om zo afscheid te nemen, hoe droef ook. Ik vroeg hen of dit vaker zo ging. Niet heel vaak, zeiden ze, maar ze werden gelukkig wel regelmatig bedankt. Ze werden helaas ook weleens uitgescholden, vertelden ze. Daar schrok ik van. Ik gaf ze namens ons het cadeautje: een tekst die ik eerder over ze schreef, en de tekening die ik daarbij maakte. De hoofden die zich er overheen bogen, de ontroering, de omhelzingen, mijn langzame teruglopen naar de lift, de zware steen die toen mijn hart in plofte.
Deze scène is in mijn hoofd blijven zitten, en hij schoof een plekje naar voren toen ik een paar dagen geleden op TV een item zag over toenemende agressie tegen verplegend personeel in ziekenhuizen. Uitgescholden worden. Dat meen je niet. Een verpleegkundige vertelde welke verwensingen haar soms (vaak) werden toegeslingerd. ‘Ik hoop dat jij kanker krijgt’ was de laatste in haar onthutsende opsomming, en ze schoot vol.
Ik staarde naar het TV-scherm.
Hee jij daar, met je gescheld. Ja, jij. Dat hoop jij helemaal niet. Want wie zorgt er dan voor jou? Of voor jouw familieleden? Precies, dat bedoel ik. Ga sorry zeggen. En hoe het verder ook afloopt: zeg dank je wel en dag, doe beschaafd. Je hebt niet half in de gaten hoezeer je boft.

Reacties
Een reactie posten