P(L)IJNVREES Ik was op een borrel, met hapjes en statafels en ook een paar oude bekenden, van wie er een naar me toe kwam, me hartelijk begroette en vroeg hoe het met me ging. Nog voordat ik antwoord kon geven, voegde hij er haastig aan toe: ‘o nee, sorry, wat moet je daar nou op zeggen. Of ik bedoel, nou ja, je hebt hier misschien helemaal geen zin in’. Ik voelde zijn oprechtheid door de ongemakkelijk struikelende zinnen heen. ‘Op dit moment gaat het redelijk’, zei ik. De oude bekende knikte, en toen nam hij een slok van zijn witte wijn en een hand borrelnootjes uit een bakje op de statafel waar hij tegenaan leunde. Ik snapte dat wel, van die borrelnootjes. Niet alleen omdat ze erg lekker waren, maar ook omdat het nou eenmaal lastig is om je houding te bepalen. In alles, bedoel ik, het hele ding: het verdriet van iemand, wat te vragen, hoe te reageren op het antwoord, en dat dan ook nog op een borrel. Ik geef het je te doen. Mijn lief is doodgegaan. Hoe gaat he...