Posts

Afbeelding
ROUWVOUW Ik heb een nieuw vloerkleed gekocht. Het oude kleed was vaal en versleten en het krulde hier en daar verraderlijk op, onze visite kon daar al struikelend over meepraten. Bovendien was het ook gewoon te klein voor onder de eettafel, en eigenlijk ook best lelijk (daar dacht ik ooit anders over maar smaken verschillen niet alleen, ze veranderen ook). Het werd tijd, kortom. Ik was er blij mee. Dacht ik.  En toen werd het bezorgd en moest ik huilen. Niet omdat het nieuwe kleed bij nader inzien enorm tegenviel (dat deed het niet), en ook niet omdat er fikse vouwen inzaten vanwege het opgepropt zitten in de verpakking (da's geen ramp, volgens een vriend van mij loop je die vouwen er vanzelf uit). Er was in wezen niks mis met het kleed, behalve dan dat het  een nieuw kleed was. Door mij uitgezocht. En gekocht. Voor in ons huis. Niks overlegd. Niet samen gewikt, gewogen en een knoop doorgehakt. Geen gezamenlijk afscheid van het oude kleed (dat was gelukkig strikt genomen nie...
Afbeelding
MIS Dat het gisteren dik 20 graden was (en vandaag niet), dat er kleine zeearendjes en bosuiltjes zijn geboren, dat Matthieu van der Poel voor de derde keer op rij Parijs-Roubaix wint, dat Faber de schaamte voorbij prutst, dat links misschien wel wil fuseren, dat Amsterdam excuses gaat maken voor foute oorlogsdingen, dat ik griep had en naar de kapper ging en naar de mondhygiënist, dat de Japanse kers in ons parkje weer volop bloeit, net als de oleander en de pioenroos op het balkon, dat ze bij ons voor de deur nu eindelijk bezig zijn met het aanleggen van een fietsstraat, dat er handelsoorlogen zijn, en bombardementen en wapenstilstanden die geen wapenstilstanden zijn, dat er alweer een Mattheus Passion aankomt, dat het boek waarvoor ik de illustraties maakte binnenkort verschijnt, dat dat leuke restaurant waar we graag kwamen nu toch echt dicht is, dat Dieuwertje Blok, en onze buurvrouw (vlak na jou!), en Loretta Schrijver en Leo Beenhakker en de NTR en de paus, o nee, de paus ni...
Afbeelding
TUSSENJAS   Eerder deze week, ’s ochtends op de fiets in een optimistisch spijkerjasje, had ik het koud. De lente komt op gang, je ziet het, je ruikt het, maar aan het begin van de dag is het nog fris. In de avond en nacht ook trouwens. Maar daar tussenin is er zon en een fijn voorjaarsgevoel. Hoewel…soms waait er nog een gure wind of gaat het ineens van 22 graden naar 12. Een typisch seizoen voor de tussenjas.    Ik vind de tussenjas altijd moeilijk. Winterjassen, daar zit ik best aardig in, ik heb een dikke en een héle dikke, en ook nog een nette. Dunne jasjes voor in de zomer: geen probleem. Maar een goede tussenjas, zo eentje die past bij een seizoen dat nog wat twijfelt ( ben ik nou echt lente? Of ben ik nog een beetje winter?),  daar moet ik altijd naar zoeken aan de kapstok. Daarom is het in deze tijd van het jaar vaak een gehannes: de ene keer zit ik te rillen op de fiets, de andere keer zweet ik me een ongeluk in mijn dikke jas.     Een vriend...
Afbeelding
  (T)ROUW EN ONT-ROUW   Tijdens mijn hardlooprondje zie ik een kerstboom liggen. Op de stoep, bij wat huisvuil, klaar om te worden opgehaald. De naalden zijn helemaal bruin geworden, onder in de stam zit een geboord gat. Daarmee kon ie handig op een standaard worden gezet. Dat is vast ook gebeurd, afgelopen kerst. Maar nu ligt de boom dus hier. Het is begin maart. Wat is hier het verhaal, vraag ik mij af (even los van de vraag hoe je je vandaag de dag überhaupt moet verhouden tot het fenomeen ‘kerstboom’). Is dit een geval van pure laksheid? Lag de boom al tijden in een achtertuin of, erger nog, stond ie kaal en treurig op een balkon en kwam het er nu pas van om ‘m weg te doen? Of vond iemand het gewoon te moeilijk om afscheid te nemen? Van de boom, en misschien ook wel van de hele kerstgedachte?    Als dat laatste het geval is, dan kan ik het nog een beetje snappen. Er zijn zoveel dingen die ik niet wegdoe, ook al is hun seizoen voorbij en zitten we inmiddels in een...
Afbeelding
VERDRAAID   Ik ben een week op vakantie geweest, en nu sta ik in het gangpad van het vliegtuig, net geland in Nederland. We kunnen er nog niet uit, er is wat gehannes met de trap. Ik sta vlak bij de deur, ik hoor de crew overleggen met het grondpersoneel (‘nee, hij staat echt te laag Ad’). Voor me staat een nette oudere mevrouw, sjaaltje om de hals, verse lippenstift op. Ze zat de hele vlucht vlakbij me, in haar eentje met twee lege stoelen naast zich. Ik vraag haar of ze een fijne vakantie heeft gehad. ‘Nou…nee’, zegt ze.    ‘Ach…en hoe komt dat?’ ‘Ik heb mijn knie verdraaid, meteen de eerste dag al. Ik verging van de pijn. Ik heb de hele week niet mee kunnen lopen’. Ze legt uit dat ze met een groep een wandelreis zou maken, en dat daar dus niks van gekomen is. ‘Ik zat gewoon de hele dag in het hotel. Ik had wel Tramadol genomen, maar dat hielp niks. Ik weet niet of je dat kent, Tramadol?’  Ja, dat kende ik wel. ‘En jij, hoe was jouw vakantie?’, vraagt ze.  ‘Eh...
Afbeelding
HARTBEWAKING Op een ochtend word ik gebeld door de apotheek van het ziekenhuis. Ik herken het nummer, het staat nog altijd in mijn telefoon. Een tikje verbaasd neem ik op.  ‘Hallo, met Jet, van de ziekenhuisapotheek. Ik wilde je even condoleren. Ik lees net het artikel in de krant. Wat verdrietig.’ Jet. Onze favoriet achter de balie waar we zo vaak kwamen voor weer een nieuw recept. Ze had iets speciaals. Ze was betrokken, ze stelde echte vragen en onthield onze antwoorden. Ze was oprecht verheugd als we goed nieuws hadden, en slechte berichten deden ook iets met haar, dat zag je. Soms, als het kon, vertelde ze ook iets over zichzelf: gedoetjes met haar puberende zoon, vakantieplannen. En dan had ze ook nog gouden tips over hoe je het slikken van veel te grote en vieze chemopillen iets makkelijker maakt (met een hap vanillevla). Jet was kortom, behalve prettig professioneel, ook een soort fijne buurvrouw naar wie je toegaat als er iets is.  En nu had ze dus gelezen dat mi...
Afbeelding
  BREM   Ik sta te wachten bij de kassa van de Intratuin, met een zak potgrond onder mijn arm. Er staan thuis een paar bedroefde kamerplanten die heel hard wat extra aarde nodig hebben, ik heb besloten om dat nu maar eens aan te pakken. Het is dinsdagmiddag, het is niet druk. Er is maar één klant voor me, een wat oudere man, warrig haar, een niet al te verzorgd baardje, beige jas. Hij heeft al afgerekend (waxinelichtjes, die hebben ze ook bij de Intratuin), maar hij is nog in gesprek met de caissière.  Het gaat over brem. Of je die moet snoeien, vraagt hij.  ‘Dat hoeft eigenlijk niet’, zegt de caissière. ‘Nee?’ ‘Nee, meestal gaat dat vanzelf goed. Alleen takken die echt te breed worden, of bevroren zijn. Die zou ik weghalen’, legt ze uit. Ze is vriendelijk en kent haar brem-klassiekers, da’s duidelijk.  ‘En wanneer doe je dat dan?’, vraagt de man. Ik kan zien dat hij het prettig vindt dat zijn vragen serieus genomen worden.  ‘Gewoon, als ie echt uitgebloeid...