GEWIJ
Scènes in december.
Ik sta met mijn auto voor een rood stoplicht. Het is een druk punt, het wemelt er van de voetgangers en fietsers. Ik zie een meneer in een rollator, terwijl hij oversteekt valt er van alles uit de tas die aan de rugleuning van zijn rollator hangt. Sokken, een boek, ingepakte cadeautjes, een spoor van kerstinkopen op het zebrapad. Iemand snelt toe, raapt de spullen op en stopt ze terug in de tas. Er wordt gelachen, er worden handen geschud. Het licht staat al een poosje op groen, maar niemand toetert.
Een avond in het buurthuis in mijn wijk. Ik bereid daar elke maand samen met anderen een gratis maaltijd van drie gangen, voor wie dat goed kan gebruiken (er zijn best veel mensen die dat goed kunnen gebruiken). We dekken de tafel, we eten samen.
‘Jouw vrouw is overleden, toch?’, vraagt een van de gasten mij na het voorgerecht.
‘Ja’, zeg ik.
‘Heb je wel een vangnet?’, wil ze weten. Ik vertel haar dat ik dat inderdaad heb.
‘Gelukkig’, zegt ze. ‘Mijn vriend is drie jaar geleden overleden, en ik had dus totaal geen vangnet.’
Ik wandel met een lieve vriendin door de oude binnenstad van Utrecht. Al struined belanden we in een pop-up kringloopwinkel, vlakbij de Dom. De ruimtes in het oude pandje zijn omgetoverd tot kleine winkelparadijsjes voor wie zin heeft in een veelkleurig opgeleukt en toch betaalbaar kerstfeest. Je shopt hier je hele kerst look- en feel bij elkaar voor weinig, en als je wilt kun je ook nog speelgoed doneren aan het goede doel. Ik scoor een vintage kerstbal en een gefiguurzaagd rendiergewei. Ik reken af bij een mevrouw die me vertelt dat ze vandaag voor het eerst als vrijwilliger in de winkel werkt. Ze wil graag helpen en iets voor anderen doen, zegt ze. Ze perst haar lippen samen als ze geconcentreerd in de weer is met het pin-apparaat. Het gaat mis, ik betaal cash. Ze ontroert me, deze mevrouw met haar nerveuze rode wangen en haar gerommel in een lade om een tasje voor me te zoeken.
Thuisgekomen met dat tasje denk ik na over het woord ‘gewei’. Het lijkt mij eigenlijk een goed plan om dat woord in deze donkere dagen met een lange ‘ij’ te schrijven. Vanwege iets minder alleen misschien, en iets meer samen. En dan elkaar de tijd gunnen om wat gevallen is weer op te rapen, elkaars vangnet zijn, elkaar ontroeren. Ik wens iedereen veel ‘gewij’ toe. In december, en in de maanden daarna.

Reacties
Een reactie posten